Het is hier niet helemáál zoals in Bergschenhoek

Kingsdown, een gehucht dat al jaren geleden is opgegaan in de agglomeratie van Timaru. We staan op Daniels Road, waar ik geboren ben en even later op nabij Ellis Road waar we een huis hadden gebouwd en een jaar later gingen wonen. Het uitzicht de ene kant op: tientallen kilometers licht glooiende landerijen met aan de horizon het profiel van de bergrug van het zuidereiland. De andere kant op: één kilometer licht glooiende landerijen en daarna niets. De kliffen langs de zee verhullen het zicht op de golven. Het is even moeilijk om me voor te stellen hoe we dit hebben kunnen inruilen voor het Hollandse landschap. De enige overeenkomst met Bergschenhoek; er gebeurt hier dus helemaal niets.

We lopen samen langs de kust naar de vuurtoren even verderop. We hebben gisteren in het huis rondgekeken waar ik als peuter en kleuter woonde. Echte herinneringen komen er niet boven, maar wel een sterk gevoel en ik fantaseer hoe ik hier rond rende als hummeltje. Het huis is een prachtige bungalow, ontworpen door mijn oom, de lange gangen met veel deuren binnen geven me een verklaring waarom ik houd van lange gangen met veel deuren. In de tuin bomen die mijn opa nog heeft geplant op bezoek in NZ.

We lopen met elkaar verder langs de zee, maar ik ben in gedachten en fantasieën over vroeger verloren. Karin loopt door op het hoger geleden pad en laat me alleen het verlaten strand oplopen. En dan gebeurt er dit;

Zoals mijn moeder zei toen ze het zag: Tjee, jullie zijn dus welkom!